Koopkracht en eerlijke belastingen

Met de ‘Algemene Gemeentelijke Heffing’, beter gekend als de ‘Stadsbelasting’ heft Stad Ronse een taks van 190 per deurbel. Of je nu alleenstaande bent, of samenwoont, kinderen hebt of niet, werkt of gepensioneerd bent, het maakt geen verschil. Iedereen wordt dezelfde vlaktaks opgelegd. En zelfstandigen moeten zelfs twee keer betalen, goed voor niet minder dan 375 euro extra.

Doordat iedereen hetzelfde moet betalen, is de Stadsbelasting bijzonder oneerlijk. Want wie minder geld heeft, voelt die 190 euro nog harder dan wie comfortabeler leeft. Het is voor veel mensen dan ook onbetaalbaar, zeker op een moment waarop de koopkracht van de werkende mensen al zo onder druk staat.

De traditionele partijen stellen de Stadsbelasting graag voor alsof het vanzelfsprekend is. Maar deze taks bestaat niet in Kluisbergen, Maarkedal of onze Waalse buurgemeenten. Ook een stad als Gent int geen stadsbelasting. In Oudenaarde bestaat het wel, maar daar bedraagt het 75 euro.

Enkel de PVDA wil deze taks afschaffen. CD&V, Vooruit hebben het in 2003 ingevoerd en blijven sindsdien trouw aan hun creatie. Ook N-VA en Groen, die in 2014 mee de taks verhoogden tot 190 euro, zijn voorstander. Het Vlaams Belang had geen bezwaren en ook het nieuwe Plan 9600 wil het behouden.

Met de PVDA pleiten wij voor een eerlijke taksshift. Dat deden we ook in het bestuur in Zelzate. We schaffen de stadsbelasting af. Dat gaat in totaal over 2,5 miljoen euro per jaar. Om dat te compenseren besparen we op de politiek en haar prestigeprojecten: we schaffen een schepenpost af en annuleren de bouw van het nieuwe stadhuis. Tegelijk zorgen we voor nieuwe inkomsten. We vragen aan de grote bedrijven om terug een eerlijke bijdrage te doen met een belasting op grondoppervlakte. De rest vullen we aan met een eerlijke personenbelasting die rekening houdt met de financiële situatie van de mensen.

Ronsenaars betalen de maximumfactuur voor hun restafval. Dat is een politieke beslissing. De huisvuilfactuur van de Ronsenaars is de hoogste van heel Vlaanderen. Afvalintercommunale IVLA, actief in de Vlaamse Ardennen, hanteert de hoogste tarieven van Vlaanderen. Ronsenaars betalen €0,32 per kilogram restafval en €0,60 per ophaling voor een gezinscontainer. Het maximale tarief toegelaten door de Vlaamse regering is €0,33 per kilogram. Ter vergelijking in Kluisbergen betaal je slechts €0,25 per kilogram en €0,50 per ophaling.

We zien dat de burgers echt hun best doen om zo veel als mogelijk te sorteren. Maar ook wie zijn best doet krijgt hier de maximumfactuur. In Ronse is er bovendien nog steeds geen aparte GFT ophaling voorzien. We betalen in Ronse de hoogste prijs voor de slechtste service. Geen GFT ophaling, geen gratis kerstboom ophaling, geen glasophaling, geen wekelijkse maar een tweewekelijkse ronde,... Dat moet beter.

Mocht intercommunale IVLA dezelfde tarieven hanteren als in buurgemeente Kluisbergen dan zouden de Ronsenaars samen 324.900 euro per jaar kunnen besparen.

We schakelen het ophaaltarief gelijk met Kluisbergen. Als het daar kan moet dat zeker ook in Ronse lukken, wij zijn namelijk dichter bevolkt.

Ronse heeft vier vertegenwoordigers binnen de raad van bestuur van afvalintercommunale IVLA: ondervoorzitter Brigitte Vanhautte (N-VA), Faïza El Ghouch (CD&V), Patrice Dutranoit (CD&V) en Tom Deputter (Plan9600). Wat doen die daar eigenlijk buiten hun zitpenningen opstrijken.

Wij geloven niet in groene fiscaliteit die mensen individueel verantwoordelijk stelt. Groene taksen en hoge afvalfacturen zijn niet efficiënt. Groene fiscaliteit gaat er immers vanuit dat burgers individueel hun gedrag gaan veranderen omwille van de dure prijs. Het ecologische en sociale moeten samengaan.

Elke gemeente werkt samen met een ‘distributienetbeheerder’, die instaat voor het beheer van het netwerk voor elektriciteit en gas. Ronse betaalt vandaag de hoogste distributiekosten van Vlaanderen. Dat komt doordat we samenwerken met Gaselwest, een notoir dure beheerder. Dat kost ons wel 200 euro per jaar, per gezin meer dan de concurrenten.

We wisselen Gaselwest in voor een betere concurrent. Dat kan perfect. Niet zo lang geleden liet Stad Deinze Gaselwest ook al vallen tijdens hun fusieproces met Nevele. Deinze koos toen voor de goedkopere leverancier Imewo.

Ronsenaars stellen al vaker zorg uit dan de gemiddelde Vlaming, hierdoor komen ze uiteindelijk net vaker terecht in het ziekenhuis. Omdat kleine kwaaltjes uitgroeien tot zware medische problemen.

Willen we zorg voor iedereen garanderen, zullen we deze beter moeten gaan organiseren. Daarvoor richten we wijkgezondheidscentra op.

Een wijkgezondheidscentrum is een multidisciplinaire groepspraktijk waar verschillende zorgverleners zoals huisartsen, kinesitherapeuten, verpleegkundigen, maatschappelijk werkers, diëtisten, tandartsen,… samen onder één dak werken. De samenstelling van het team kan verschillen per wijkgezondheidscentrum.

Een wijkgezondheidscentrum werkt binnen het forfaitair systeem. Dit betekent dat u als patiënt niet betaalt voor de raadplegingen of huisbezoeken. Het wijkgezondheidscentrum ontvangt immers per ingeschreven patiënt maandelijks een vast bedrag van het ziekenfonds. De patiënt moet zelf niks regelen en kan zonder geld naar de dokter. Vandaag kunnen al 500.000 Belgen terecht bij een wijkgezondheidscentrum, waar wacht Ronse op?

De wijkgezondheidscentra streven naar een hoge toegankelijkheid door zo veel mogelijk drempels weg te halen, financieel, maar ook cultureel en fysiek. Elk centrum staat voor een integrale benadering met aandacht voor lichamelijke, psychische en sociale aspecten. Een wijkgezondheidscentrum is een vereniging zonder winstoogmerk, is pluralistisch en doet niet mee aan de prestatiegeneeskunde. Zo een centrum kan dus veel betekenen voor de gezondheid van de Ronsenaars maar ook voor de arbeidsvoorwaarden voor het zorgpersoneel en artsen daar tewerkgesteld. Het is een moderne vorm van zorg.

De PVDA is de specialist wat betreft wijkgezondheidscentra. Onze dochterorganisatie ‘Geneeskunde Voor Het Volk’ baat er namelijk zelf 11 uit verspreid over heel België. PVDA Ronse wil samenwerken met de ‘Vereniging van Wijkgezondheidscentra’ om dit te realiseren in de Hermesstad.